De Iraans-Nederlandse dichter, scenarioschrijver en filmmaker Nafiss Nia presenteert haar film Die Middag, een indrukwekkend verhaal over de ontmoeting tussen twee mensen die hun thuisland zijn ontvlucht; het verslag van een middag waarop twee mensen die heel verschillend in het leven staan elkaar proberen te vinden. “Meeslepend en verrassend,” zag het NRC. We spraken met de maker.
Hoe kwam je op het idee voor Die Middag?
"Stap voor stap. Wat ik met mijn film wilde vertellen komt voort uit innerlijke noodzaak, vanuit mijn persoonlijke verhaal en dat van de mensen die ik ontmoet. Ik hoor zoveel verhalen over de vergeefse pogingen van vluchtelingen om een plek te vinden in hun nieuwe thuis, om zich te bewijzen, om gezien te worden. Het gevoel van één stap vooruit en twee terug is zo uitputtend. Dat weet ik uit ervaring. Opnieuw beginnen is een tweede natuur voor mij geworden. Ik dacht, daar moet ik het over hebben. Er zijn genoeg films gemaakt over waarom mensen vluchten, maar er wordt minder aandacht geschonken aan wat dat met een leven doet. Hoe ik mijn verhaal wilde vertellen is sterk geïnspireerd door korte verhalen uit de boeken Mannen zonder vrouw en Eerste persoon enkelvoud van de Japanse schrijver Haruki Murakami. Hij is een meester in het gedetailleerd beschrijven van relaties tussen mensen, op een tedere, bevreemdende en weemoedige wijze. Zijn werk hielp me bij het bedenken van hoe ik twee mensen, en wat zij voelen en denken, met zo weinig mogelijk ingrediënten neer kon zetten. Zo werd het idee geboren van twee personages die elkaar niet kunnen zien. Daarmee had ik de vorm gevonden."
Het realtime-gevoel van de film is sterk en zuigt je in het verhaal.
“Uiteraard ben je in eerste instantie bezig met de dramatische opbouw: hoe hou ik de kijker betrokken bij mijn verhaal, hoe smeed ik in korte tijd een band tussen mijn personages en het publiek. Ik heb het storyboard gemaakt met mijn director of photography Joris Kerbosch en we zagen al snel dat er enorm veel verschillende shots in de film zitten. Toen kwam Joris met het idee om met vijf camera’s te werken. Ik was gelijk om. Ik ben namelijk een enorme fan van Hongkongse en Japanse filmmakers, zoals Wong Kar-Wai en Yasujirō Ozu. De laatste was een stilistische regisseur en pionier. Hij plaatste een vaststaande camera en liet de acteurs daarvoor acteren, verschijnend en weer verdwijnend uit het kader. Prachtig, maar werken met vijf statische cameraposities is nog niet zo makkelijk. Het doet al snel denken aan een sitcom of realityshow, maar het is Joris, een fantastische cameraman, zo goed gelukt. Hij snapte mij. Hij begrijpt hoe je poëzie in beeld kan brengen. Alleen in de slotscène zijn we van dit concept afgeweken, de kijker zal wel zien waarom.”
Hoe kwam je bij deze prachtige acteurs?
“Dat was een langdurig en intensief proces. We zochten een Iraanse jongen die naast Perzisch perfect Nederlands sprak en een jonge of jong uitziende vrouw die vloeiend Perzisch kon spreken, omdat de geloofwaardigheid van de rol dat vereist. Toen Alin op de eerste auditiedag binnenliep en mij groette, wist ik gelijk dat hij voor de rol gemaakt was en zijn mooie auditie heeft dat alleen maar bevestigd. De rol van Roya bleek moeilijker in te vullen. We kregen tapes uit de hele wereld opgestuurd en hebben geloof ik 43 audities gedaan. We hebben zelfs oproepen gedaan bij asielzoekerscentra, maar ook daar kwam niets uit. Ik was al een klein beetje wanhopig, toen ik ben gaan googelen. Via Instagram kwam ik bij Hoda Niku terecht, een model en actrice. Ze woont in Seoel. Ik heb haar gelijk een bericht gestuurd. We kwamen in contact en het bleek een schot in de roos. Al bij de eerste editie via Zoom - we zaten in lockdown - wist ik: dit is Roya! Hoda is geweldig en gaat een grote toekomst tegemoet.”