Internationaal Filmfestival Assen reikt sinds 1986 jaarlijks de IFA Trofee uit, om vrouwen te eren die zich met succes inzetten in de Nederlandse filmwereld. Dit jaar gaat de prijs naar KLEUR, een initiatief van Manoushka Zeegelaar Breeveld en Iraida Markus-Meerzorg. In 2020 schreven zij samen een aanjager tot meer inclusiviteit in de Nederlandse televisie- en filmindustrie, die ruim 700 keer werd ondertekend, de webserie Over Kleur Gesproken voortbracht en een onderzoek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opleverde. De IFA Trofee wordt tijdens de officiële opening van IFA op vrijdagavond 10 maart uitgereikt.
Wie zijn jullie en wat houdt jullie naast KLEUR bezig in het dagelijks leven?
M: Ik ben Manoushka Zeegelaar Breeveld, echtgenote, moeder van twee volwassen kinderen, schrijfster, zangeres en al zo’n 25 jaar actrice. Zingen doe ik zoveel mogelijk in het theater. Ook schreef ik altijd veel en dat heb ik de laatste tijd weer opgepakt, dus ik kijk vol goede moed uit naar dit jaar.
I: Ik ben Iraida Markus-Meerzorg. Ik heb een dochter van zeventien, ben getrouwd en al vijftien jaar agent. Ik begon 22 jaar geleden als assistent-producent en officemanager en heb vijftien jaar geleden de stap gemaakt om agent te worden voor acteurs, regisseurs, presentatoren en schrijvers, en heb al bijna 10 jaar mijn eigen bureau. Doordat ik verschillende acteurs, regisseurs en scenaristen vertegenwoordig, zie ik dat niet iedereen dezelfde kansen krijgt. Ik vind verhalen vertellen het allermooist, maar we missen er nog veel. Ik hoop met KLEUR te kunnen bijdragen aan meer ruimte voor deze verhalen, waardoor er meer perspectieven aan bod komen. Dat creëert meer begrip voor elkaar en daarmee hopen we een steentje te kunnen bijdragen aan een mooiere maatschappij.
M: Dat beaam ik natuurlijk meteen! Ik ben heel blij met mijn vak en blij dat ik kan wat ik kan, maar niet iedereen die blij is met zijn vak en er ook goed in is komt aan bod in de industrie zoals die er nu voor staat.
Kunnen jullie uitleggen hoe KLEUR is ontstaan en wat jullie ermee hopen te bereiken?
M: Het aan de kaak stellen van een gebrek aan inclusiviteit en diversiteit in film en televisie is natuurlijk niet met ons begonnen, maar het is wel aangewakkerd door de golf van bewustzijn die ontstond na de moord op George Floyd. We wilden na de Black Lives Matter-demonstratie in 2020 nog één keer proberen in kaart te brengen wat er nou echt aan de hand is en de industrie wakker schudden. Toen hebben we een aanjager geschreven voor meer inclusiviteit in de industrie, met concrete punten waarmee we zouden kunnen beginnen.
I: Het gaf heel veel energie en had een ontzettende impact. Uit iets heel verdrietigs is iets krachtigs gekomen. Dat vind ik erg inspirerend en het geeft de veerkracht aan die je als mens hebt. Ik weet niet waar we de energie vandaan hebben gehaald toen we besloten het nog één keer te proberen, maar het vuurtje ging toen aan en is tot op heden niet meer uitgegaan.
M: Het aanhouden van dat vuurtje is ook nodig, want je merkt dat mensen snel weer teruggaan naar de orde van de dag. De uitdaging zit ‘m in het op de agenda houden. Dat kost veel energie, maar we krijgen er ook energie van.
Jullie richten je vooral op de Nederlandse film en televisie. IFA is natuurlijk een internationaal filmfestival. Wat zijn jullie gedachten over inclusiviteit en diversiteit in de internationale tv- en filmindustrie?
M: We zien helaas dat we niet alleen staan in deze situatie.
I: We halen internationaal veel ideeën op, bijvoorbeeld wat betreft haar en make-up. Dat is wereldwijd een probleem voor niet-witte acteurs, omdat er vaak geen bekwame mensen op de set zijn om de juiste make-up te kunnen verzorgen. We kijken hoe andere initiatieven de industrie verbeteren.
M: We volgen bijvoorbeeld Viola Davis op de voet, die een grote inspiratiebron is voor veel filmmakers, en vooral actrices van kleur. Zij spreekt zich als zwarte vrouw in Amerika uit over verhalen die ontbreken in het aanbod of die vanuit een perspectief verteld worden waarin mensen van kleur er niet goed vanaf komen. Ze maakt verhalen van kleur op een succesvolle manier, benoemt de worsteling waarmee dat gepaard gaat en hoe je die te lijf gaat. Dat is een internationale ontwikkeling waar we wat aan hebben.
De aanjager benoemt inclusiviteit in de breedste zin van het woord, dus vrouwen van kleur, mensen met een beperking van kleur, etc. Waarom is die intersectionaliteit belangrijk?
M: De norm in de tv- en filmindustrie is nog steeds wit, mannelijk, heteroseksueel en als je echt pech hebt 50+. Mensen van kleur zijn ook mensen, ze komen in verschillende soorten. Daar moet wat ons betreft alle aandacht naar uit, omdat gedaan wordt alsof die intersectionaliteit niet bestaat; alsof ze geen onderdeel zijn van de samenleving. Er zijn ook witte vrouwen en mensen uit de queer-gemeenschap die daarmee van doen hebben en uiteindelijk streef je hetzelfde doel na, namelijk het diversifiëren van de industrie en het inclusief maken daarvan.
In de aanjager staat dat ook dat er in de afgelopen 50 jaar veel gesprekken zijn gevoerd en veel ideeën zijn aangedragen, maar er weinig is veranderd. Is er sinds het schrijven van de aanjager al meer verandering gekomen?
I: Ja, er worden wel stapjes gemaakt, maar nooit genoeg. Gesprekken over inclusiviteit vinden al jaren plaats, maar als het ontbreken ervan jou niet raakt, dan verdwijnt het snel naar de achtergrond. Dan kom je weer in het oude patroon in hoe je bijvoorbeeld een film cast en welke verhalen je honoreert. De stappen die worden gemaakt zitten ‘m in trajecten waarin makers van kleur de mogelijkheid krijgen om hun eigen verhaal te schrijven of te ontwikkelen. Zelf hebben we er bijvoorbeeld op gehamerd dat de make-up op de set inclusiever moet en als gevolg daarvan gaat een aantal visagistes een opleiding volgen om hun vak zo inclusief mogelijk te kunnen uitoefenen. Het zijn baby steps, toch, Manoushka?
M:Baby steps, ja, maar wel goede. Er is in de afgelopen 50 jaar veel ondernomen om van binnenuit verandering teweeg te brengen. Het aantal makers van kleur is groter geworden. In bijvoorbeeld de Surinaamse cultuur wordt film maken of acteur zijn veel meer geaccepteerd als vak. Daar kiezen jonge mensen nu ook voor. In de loop van de jaren zijn academies iets actiever op zoek gegaan naar studenten van kleur. Het gevaar van deze baby steps is echter dat ze gezien worden als major steps. Als iets er nooit was en het is er ineens, dan zijn mensen geneigd te zeggen: ‘het gaat heel goed.’ Gek genoeg zijn dat vooral witte mensen. Het is in ieder geval nog steeds niet normaal dat acteurs van kleur hoofdrollen spelen of dat hun culturele achtergrond er niet toe doet. Dat is eerder uitzondering. Er is het afgelopen jaar bij veel mensen binnen de industrie wel een lichtje aangegaan en daar ben ik enthousiast over. De manier waarop de stappen genomen moeten worden is nog wel erg zoeken. Het is sowieso een proces waar we met de hele samenleving in zitten. Hoe verhouden we ons tot elkaar; met name witte mensen ten opzichte van mensen van kleur?
I: Wat voor ons echt wel een mijlpaal is, is dat er een onderzoek wordt verricht naar de diversiteit en inclusiviteit met betrekking tot kleur in de industrie en dat vind ik de allergrootste winst waar we op verder kunnen bouwen.
M: Ik ben er ook heel trots op dat we dit voor elkaar hebben gekregen. Dat wat Iraida net over haar en make-up noemde was binnen een week getackeld. Telkens als we een beetje de moed verliezen, dan zijn dit de dingen waardoor je denkt: het heeft wel degelijk zin.
I: Net als met Over Kleur Gesproken, het programma waar we inmiddels drie seizoenen van hebben gemaakt in samenwerking met het Nederlands Film Festival en Human, dat opent heel veel ogen. Op het moment dat je ermee bezig bent hoop je dat het aanslaat en dat mensen het begrijpen. Wanneer je dan merkt hoe het bij mensen aankomt, weet je dat het bijdraagt aan hoe er tegen inclusiviteit aangekeken wordt.
Wat vinden jullie ervan dat jullie dit jaar de IFA Trofee in ontvangst mogen nemen?
M: Wat deden we toen we het hoorden, Iraida? Gillen!
I: We zijn van onze stoel gevallen! De erkenning is heel fijn. Daar doe je het natuurlijk niet voor, maar het draagt wel bij aan het onderwerp nóg meer op de kaart zetten. Wanneer hetgeen waar je voor strijdt ondersteund wordt, krijg je hernieuwde energie!
M: Je doet het niet om prijzen te winnen, maar wanneer dat gebeurt is de realisatie dat wat wij doen ergens aangekomen is wel heel fijn. Dan zie je wat het effect is van alle bloed, zweet en tranen.
Meer informatie over de aanjager, de webserie en het onderzoek van het Ministerie van OCW is te vinden op de website van KLEUR.