IFA werkt dit jaar voor het eerst samen met DocuDonna, een internationaal documentairefestival in Italië dat zich richt op vrouwelijke filmmakers en het promoten en tot bloei laten komen van hun filmproductie. Oprichter, artistiek leider en programmeur Cristina Berlini gelooft sterk in het belang van samenwerkingsverbanden tussen festivals. IFA sprak haar over de achterliggende boodschap van DocuDonna, typisch Nederlandse documentaires en het belang van vrouw in film.
Eind vorig jaar vierden jullie de twee editie van DocuDonna. Kun je vertellen hoe het festival eigenlijk is ontstaan?
“Ik ben geboren in Italië, maar ik heb lang in Amsterdam gewoond. Na het afronden van mijn universitaire studie Nederlands, wilde ik ook mijn creatieve kant, die ik te lang opzij had gezet, de ruimte geven. Ik heb toen vier jaar lang een deeltijdopleiding gevolgd aan de Open Studio in Amsterdam en ben afgestudeerd als regisseur met een focus op documentaires. Hoewel Nederland mijn tweede thuis is geworden, besloot ik na vijftien jaar toch weer terug naar Italië te gaan (het Toscaanse kunststadje Massa Marittima). Mijn contact met Nederland is echter nooit geëindigd, vooral niet met mijn vele vrienden in de artistieke en culturele wereld. Daarnaast waren er een aantal van mijn films te zien op festivals wereldwijd, gewijd aan vrouwelijke filmmakers. Dat was een fantastische ervaring en het idee om een festival als DocuDonna te organiseren is uit die ervaring geboren. In Massa Marittima heb ik een gemeente die me vertrouwt, dus heb ik de sprong gewaagd om een documentairefestival te lanceren om onderbelichte vrouwelijke filmproducties onder de aandacht te brengen. Zo is DocuDonna ontstaan.”
Hoe werd dat ontvangen?
“Goed! De eerste editie verliep echt super. De regio Toscane is een hele attente en sociale kunstgemeenschap en ze waren (en zijn) ook bereid om het festival financieel te steunen. De allereerste reacties op het festival waren wel wat verbaasd en negatief. Er waren zowel mannen en vrouwen die het festival als discriminerend bestempelden. Ik blijf dat gek vinden! DocuDonna is geen beperkend festival, het is niet elitair. Dat soort reacties benadrukken wel het belang van festivals zoals IFA en DocuDonna. We besteden drie dagen per jaar aandacht aan zowel nieuwe en oude vrouwelijke documentairemakers en iedereen is welkom, ook mannen.”
Dat belang, is dat ook iets wat jullie tijdens DocuDonna aankaarten en bespreken?
“Ja, DocuDonna is niet alleen films, maar ook installaties van vrouwen, lezingen en roundtable-gesprekken. De hamvraag is dan meestal: hoe is de huidige situatie? Hebben vrouwen inmiddels een betere positie binnen de filmindustrie en wat moeten we nog doen om die positie dan te verbeteren? Ons festival heeft dus ook een educatief en verdiepend randje. We vinden het niet alleen belangrijk om filmproducties van vrouwen te laten zien, maar we willen onze bezoekers ook laten beseffen hoe een vrouwelijke blik films, documentaires en de thema’s die daarin besproken worden, kan beïnvloeden. We geven daarnaast ook lezingen aan kinderen om ze te leren wat een documentaire is. Er zijn maar weinig mensen die beseffen hoeveel jaar het maakproces van een documentaire kost.”
Wij de Dingen is de eerste Nederlandse documentaire in jullie programmering en was al op de eerste editie van DocuDonna te zien. Maker Nathalie Faber gaf aan dat ze tijdens die editie veel reacties kreeg, over hoe haar documentaire ‘typisch Nederlands’ zou zijn. Waar zit dat hem precies in?
“Ja! Dat weet ik nog wel. Typisch Nederlands zit hem in de fotografie, filmisch gezien dan hé. Wij de Dingen bijvoorbeeld, elke opname is een kunstwerk. Ik vond het idee erg grappig: de relatie die mensen met dingen hebben. Ook in de tweede editie van DocuDonna presenteerden wij De Hoofdvrouw van Hester Overmars, waarin dezelfde zorg voor de fotografie terug te vinden is. Ik wil natuurlijk niet zeggen dat filmmakers uit andere landen dat niet hebben. Zo heeft bijvoorbeeld Laatash van de Spaanse regisseur Elena Molina, die ook in de selectie voor IFA is opgenomen, dezelfde zorg. Mijn verband met Nederland heeft mij de gelegenheid gegeven Nederlandse documentaires in Italië te vertonen. En dat interesseert me en bevalt me zeer. Ik geloof sterk in culturele uitwisseling.”
Je geloof sterk in internationale samenwerkingen. Waarom vind je dat belangrijk?
“Dat klopt. We kunnen van elkaar leren en nieuwe producties, films, promotiestrategieën en ideeën met elkaar delen. Het werk van vrouwen is heel verschillend en dus ook wanneer je producties ziet van vrouwen uit verschillende landen. Zo zijn we ook partners van Sicilië Queer-filmfestival, Festival dei Popoli uit Firenze, Clorofilla-filmfestival en Cinema e Donne-filmfestival. Al die samenwerkingen zijn dus eigenlijk internationale uitwisselingen.”
IFA programmeert in samenwerking met DocuDonna Supereroi Senza Superpoteri, Carne, Wij de Dingen en Laatash. Een kaartje kopen voor de DocuDonna-selectie kan hier.